Fred & Nori op huwelijksreis in Indonesië

Stadstoer Banda Atjeh

Vandaag neem ik het stokje even over van Nori. Zoals jullie weten zitten we in Banda Atjeh, de hoofdstad van de autonome provincie Atjeh, op het uiterste westpuntje van Sumatra. Banda Atjeh is de zwaarst getroffen stad en regio van de zeebeving en tsunami van 26 december 2004. We zullen daar vandaag de nodige aandacht aan geven. Het is tevens een streng islamitische stad waar de shariawetten gelden. We wisten niet wat we daar nou precies van zouden moeten verwachten. Somberheid en soberheid, vrouwen met mukaab, vrouwonvriendelijkheid? Geen alcohol in ieder geval, maar daar doen we al anderhalve week niet aan. Alle vooroordelen ten spijt, het tegenovergestelde bleek juist waar. De mensen zijn hier uitermate vriendelijk, hartelijk en open.

Na het ontbijt in ons hotel The Pade werden we om 8 uur opgepikt door onze chauffeur en tevens gids voor vandaag, Ivan. Hij verzorgt voor ons vandaag de stadstour op basis van onze wensen.

We begonnen bij de grote moskee van Banda Atjeh, Masjid Raya Baiturrahman. Het enorme gebouw heeft 7 koepels en 8 minaretten. Tijdens de tsunami van 2004 werd de moskee als één van de weinige gebouwen slechts licht beschadigd en diende tijdelijk als opvang. De tv-beelden van destijds staan nog steeds op mijn netvlies gebrand, de kolkende watermassa door de straten van Banda Atjeh, alles meesleurend, auto’s, brommers, huizen, mensen, alles, dood en verderf zaaiende en dan in het midden een groot plein waar de moskee als enige gebouw overeind bleef. Al rijdende door de straten van Banda Atjeh krijgen de beklemmende beelden van destijds voor ons een benauwde realiteitszin. Wat een verschikking heeft dat destijds om 07.58 uur op 2eKerstdag teweeggebracht en dat allemaal in een tijdsbestek van nog geen 15 minuten. 60% van de stad werd verwoest, 100.000 mensen kwamen bij de zeebeving met als gevolg een tsunami om het leven, alleen al in Banda Atjeh.

Nori moest voor een bezoek aan de grote moskee, ondanks haar lange broek en blouse met mouwen, gepaste kleding huren, een abaya, en haar zwarte shawldiende als hoofddoek. Zo konden we het marmeren plein voor de moskee bezoeken maar we mochten er desondanks niet in. Niet voor buitenlanders. Dan niet. Het terrein wordt door diverse schoonmaakauto’s met vegers constant schoongehouden. In het diffuse ochtendlicht is het werkelijk een prachtig gebouw.

Na het bezoek aan de moskee hebben we de markt bezocht met z’n etenswaren, kruiden en vis. We werden constant opgehouden want de mensen wilden met ons een praatje maken, lieten ons hun zaak trots zien en menigmaal moesten wij met hen op de foto. “Selfie” werd er dan geroepen maar het werden meer “Saampies”. Geweldig hoe hartelijk de mensen hier zijn. We waren dan ook de enige westerse toeristen en werden aangegaapt als kwamen we van een andere planeet. Langzamerhand verwacht je dat niet meer maar het bestaat dus toch nog echt. Giechelende marktvrouwen, een beetje verlegen, ja zelfs een beetje bang als we te dicht bij kwamen. Maar ook de jongens, ze reageerden allemaal heel blij en vrij. Dus hoezovooroordelen? Je merkt werkelijk helemaal niets van een strenger regiem.

Na al dit vrolijks was het weer even tijd voor het serieuzere werk met het bezoek aan ‘de boot op het huis’ (Boat at Desa Lampulo). Een vissersboot met een lengte van 30 meter en 5,5 meter breed en een gewicht van 5 ton en 59 mensen aan boord werd op 26 december 2004 door de kolkende watermassa opgelicht en 2,5 kilometer verder in de stad boven op een huis gedumpt. Alle 59 mensen aan boord en de eigenaresse van het huis hebben de ramp overleefd. Wonderbaarlijk en hoe is het in vredesnaam mogelijk dat zo’n schip gewoon als een plastic bakje ergens in de stad neergesmeten wordt. Dat illustreert de kracht van de zeebeving. Bij de boot troffen we een vrouw die het allemaal heeft zien gebeuren en om zich te redden in een kokospalm was geklommen. Zij overleefde het, haar zoon niet.

Aansluitend hebben we een bezoek gebracht aan het Atjeh Tsunami Museum dat in 2009 is geopend als een symbolische herinnering aan de Zeebeving (die zo’n 100kilometer uit de kust van Atjeh met een kracht van 9,3 op de Schaal van Richter plaatsvond) en de daaropvolgende tsunami. Het fungeert tevens als noodonderkomen voor het geval dat het gebied ooit weer wordt getroffen door een tsunami. Het museum zelf geeft met foto’s, films, animaties, diarama’s en voorwerpen als brommers, fietsen, restanten van vliegtuigen en helicopters een leerzaam maar schokkend beeld van wat zich allemaal die 2eKerstdag heeft voltrokken en de maanden daarna. De gehele wederopbouw heeft 4 jaar geduurd. Mensen raakten niet alleen bezittingen kwijt, maar ook familie en vrienden en hun baan. Respect dat die mensen zo snel weer de draad van het leven hebben opgepakt. Heel indrukwekkend.

Naast het museum is het Kerkhof Peutjut gelegen dat uit 1880 dateert en waar 2.200 Nederlandse soldaten van het KNIL-leger begraven liggen die gesneuveld zijn tijdens de Atjeh-oorlog van 1873 tot 1927. De tsunami heeft ook hier veel graven verwoest en men heeft daarvoor anonieme kruisen voor in de plaats gezet.

En toen was het tijd voor de lunch, een lokale lunch, tussen de locals waarbij allerlei streekgerechten als een soort tapas op tafel werden gezet. Je rekent vervolgens alleen af wat je gegeten hebt.

Na de lunch hebben we een bezoek gebracht aan het elektriciteitsschip, de PLTD.APUNG.1, dat op een nog ongelooflijker wijze tijdens de tsunami in de stad is neergekwakt. Dit schip van 46 meter lang en 4.600 ton (!) lag op die ochtend van 26 december 2004 rustig in de haven van Banda Atjeh toen het vervolgens opgelicht werd door de tsunami en vervolgens een weg van dood en verderf aflegde van maar liefst 5 kilometer, daarbij alles inclusief huizen volledig met zich meesleurde. Het gevaarte kwam uiteindelijk na 5 kilometer tot stilstand op 2 huizen, de bewoners zijn daarbij om het leven gekomen. Je kan nu via een loopbrug rondom het enorme schip lopen daarbij steeds afvragend hoe het toch mogelijk is dat zo’n gevaarte zich zo heeft kunnen verplaatsen. We werden er stil van.

Daarnawas het tijd om naar de haven te gaan voor onze oversteek naar het tropische eiland Pulau Weh, het meest westelijke puntje van de Indonesische Archipel met z’n circa 15.000 eilanden. Afscheid genomen van Ivan en vervolgens bracht de fast boat ons in 45 minuten naar het eiland. Daar werden we opgewacht door een chauffeur die ons naar Freddies Santai Sumur Tiga bracht. Hier zullen we 5 nachten blijven in een bungalow met uitzicht op zee en het tropische palmenstrand. Supermooi. Het resort wordt gerund door Freddie, een enthousiaste Zuid-Afrikaan. Hij vertelde ’s avonds bij het eten dat er geen bier voorhanden is. Het bier wordt doorgaans naar binnengesmokkeld maar dit was om een of andere reden dit keer niet gelukt. Dus, nog steeds leven we als lid van de blauwe knoop haha.

Morgen gaan we ons beraden wat we allemaal wel maar vooral ook niet gaan doen want we gebruiken deze dagen om ook even terug te kijken op de afgelopen anderhalve week. We zitten nu op ons balkonnetje en luisteren naar het klotsen van de zee. Het is 23.15 uur en dus weer de hoogste tijd om het bedje op te zoeken.

Selamat tidur,

Nori en Fred

Deel II, Sumatra


Vandaag zijn we begonnen aan deel 2 van onze reis. We laten Kalimantan achter ons en gaan nu naar Sumatra. Een lange reisdag stond er voor vandaag op het programma. Om kwart voor vier waren wij beneden en toen stond de chauffeur al te wachten, dus maar direct naar het vliegveld gereden. Daar kregen wij te horen dat de vlucht naar Jakarta anderhalf uur vertraging had. Pfff hadden ze niet even kunnen waarschuwen dan hadden wij lekker nog wat langer in ons bedje kunnen blijven liggen…. Maar goed, om 7.30 uur dan wel richting Jakarta vertrokken, waar we ook nog eens een poos moesten wachten want ook daar was de vlucht vertraagd en gingen we pas om 12.30 uur de lucht in. Om half 5 zijn we toen na een tussenstop in Medan in Banda Atjeh geland. Tijdens de tussenstop was het wel vreemd te zien dat bij de stewardessen die tot dan toe geen hoofddoek op hadden ineens de hoofddoek opging. Hier in Banda Atjeh leeft men dan ook strikt volgens de Sharia wetten. Ze zijn zelfs bezig om dit ook voor buitenlanders te laten gelden. Het klokje moest ook weer worden aangepast want het tijdsverschil is hier weer 5 uur t.o.v. jullie in Nederland. In Kalimantan was dat 6 uur….. Op de luchthaven stond Iwan al op ons te wachten en hij heeft ons na het doorspreken van het programma voor morgen en een paar tips voor het eten ’s avonds afgezet bij het Padé hotel. Een hotel wat een beetje aandoet als een sultan paleis, maar belangrijker een goede douche en een lekkere ruime kamer heeft. Na de verfrissende douche naar de massage (€ 15 voor 2 personen). Het zwembad hebben we alleen uit de verte gezien en daar zullen we geen gebruik van maken, want morgen gaan we een aantal dingen hier in Atjeh bezoeken en daarna varen we door naar Pulau Weh waar we 5 dagen in de luierstand gaan. ’s Avonds hebben we gegeten bij Mie Razali, waar de jongens geen woord Engels spraken en waar we in ons beste Bahasa Indonesia ons eten en drinken hebben besteld. Iwan had ons al een gerecht aangeraden, mie Tumis en dan konden we kiezen uit undang of ayam en wij hebben de udang (garnaal) gekozen, kortom we hebben heerlijk gegeten, lemon theetje erbij en de maaltijd was compleet! De jongens van het restaurant waren super vriendelijk en wilden heel graag met ons op de foto, dus wij hebben eerlijk gezegd niet zoveel van die Sharia gemerkt, al gebied de eerlijkheid wel te zeggen dat ik me keurig had aangepast en een lange rok aan had. Het afrekenen was helemaal een feest toen bleek dat we wel voor € 4,56 gegeten en gedronken hadden. Daarna natuurlijk de Atjeh koffie gedronken bij Coffee Solong, de koffie die bekend staat om de opgiettechniek van wel een meter hoog, met ook nog iets van koek waar we dan wel € 1,35 voor kwijt waren om jullie even een idee te geven van wat het hier zoal kost. En de koffie met banket waren ook nog eens erg lekker!


Dit was het voor vandaag, nu lekker languit op ons bedje.


Groetjes,

Fred & Nori

Lid van de blauwe knoop?

Vanmorgen geen moskee, kraaiende haan of het zonnetje wat ons wakker maakte, nee een paar luidruchtige buren die nog voordat de Imam maar 1 klank uit zijn keel kon persen al met deuren aan het gooien waren en op zeer luide toon met elkaar aan het praten en lachen waren…. Hallooooo wij zijn er ook nog en willen graag nog wat slapen…. Maar ja, hoe zeg je dat in het Indonesisch??? Oplossing: oordoppen en laat ik die nou net in het hotel hebben gelaten waar we straks weer naar toe gaan, dus er maar uit. Alvast de tas weer ingepakt want straks gaan we met een bamboevlot terug naar de bewoonde wereld, dan worden we in een dorpje opgepikt om vervolgens naar Banjarmasin te rijden, overnachten we weer in het Victoria hotel en morgenochtend kunnen we ook niet uitslapen, of moet ik zeggen vannacht. Want dan worden we om vier uur opgehaald om op de eerste vlucht naar het volgende eiland, Sumatra, te stappen.

Maar eerst het bamboevlot….. wat een belevenis was dat! Een soort van raften door de rivier en oh wat was die man handig! Soms dachten we echt hoe gaat ie dat flikken, we zien alleen maar stenen, daar komt ie nooit doorheen, maar ja hoor, hij wist precies hoe hij ons er doorheen moest loodsen. Natuurlijk zijn we nat geworden, maar daar waren we op voorbereid. IPhone in een waterdichte hoes, en andere spullen die mee moesten in een waterdichte zak. De rest was met de chauffeur en de gids mee die ons straks weer op zouden pikken. Onderweg weer allemaal dagelijkse taferelen te aanschouwen langs de rivier: wassende mannen en vrouwen, kinderen die in het water aan het spelen waren en zelfs een paar jongetjes met een duikbril en een zelfgemaakte harpoen die aan het vissen waren. Super leuk dit allemaal te mogen aanschouwen! Oké mijn billen dachten daar op een gegeven moment iets anders over, maar wij hadden de strenge instructies gekregen om vooral op het “bankje” te blijven zitten en ons niet te verroeren. Dus hebben wij dat braaf gedaan. De tocht duurde ca. 2 en een half uur en ondanks het blikken achterwerk hebben wij genoten! Eenmaal weer aan wal in de auto gestapt, onderweg weer ergens geluncht en om 4 uur waren we terug in het hotel. Even rustig alle spullen weer in de juiste tas gepakt (want voor deze twee dagen hadden we maar 1 tas meegenomen) en om zes uur zijn we naar ons favoriete satétentje gegaan en hebben daar heerlijk saté kambing (geit) en nasi goreng gegeten. Wij vroegen er een mangosapje bij en dat had hij niet, maar hij stapte op zijn brommertje en even later kwam hij met mango’s naar binnen. Na een hoop gebaren kregen wij een geweldig smakend vers geperst mangosapje. Op deze manier gaat het niet nuttigen van alcohol bijna wennen. Of we er slanker van worden, dat geloof ik dan weer niet….. Maar het smaakt ons allemaal even lekker en het is tenslotte vakantie. Wij gaan weer slapen want zoals eerder gezegd gaat om drie uur de wekker en worden we om vier uur weer opgehaald, dan verlaten wij Kalimantan om naar Sumatra te gaan.

Selamat tidur,

Fred& Nori

Op bezoek bij de Dayaks

Nu eens niet gewekt door de zon of de moskee, maar door het kraaien van de haan, die er net zulke onchristelijke tijden op na houdt als de imam…. Dus waren we weer met het krieken van de dag in touw. Om 7 uur aan het ontbijt en om 8 uur op pad om de Dayaks te gaan bezoeken. Na een wandeling van zo’n 2 uur waren we in het eerst Dayakdorp. In het vierkante houten huis is een grote binnenplaats, met daaromheen een ruimte waar men kan zitten. In het midden worden de ceremonies gehouden. Meer naar de buitenkant zie je allemaal deuren en achter iedere deur woont een familie. Dit was maar een klein huis, want hier woonde maar 8 families. Vlakbij het huis was een rivier waar we even heerlijk met de pootjes in het koude water konden om deze af te laten koelen. Een van de plaatselijke branieschoppertjes van een jaar of 10, kwam even stoer doen en liet zien hoe goed hij kon duiken en springen vanaf de rotsen. Nadat hij blijkbaar voldoende zijn kunsten had vertoont rende hij weer weg. Nadat we voldoende waren afgekoeld zijn we weer naar een volgende longhouse zoals deze grote huizen van de Dayaks heten gelopen. Dit keer een grote, want hier wonen wel 48 families. We hebben even in zo’n kamer gekeken en men leeft er op zo’n 3x3 meter…… en dan verder een hoop gezamenlijk…. Ik moet er niet aan denken! Wat zijn wij dan gezegend met zoveel rust en ruimte om ons heen. De gids vertelde ook dat wanneer men even privacy wil, zij dat dan in het oerwoud moeten zoeken, want in huis is er altijd wel iemand die zich met je bemoeit. Hierna hebben wij onze tocht weer vervolgd en zijn we terug gelopen naar ons guesthouse. Heerlijk een douche genomen (het water komt uit de rivier en is dus niet warm) en konden we weer afgekoeld aan tafel waar de gids voor ons weer een heerlijke maaltijd met Indische bami, gewokte groenten en kip had neergezet. Voor toe kwam hij nog met mango en watermeloen aan. Met de buikjes vol zijn we maar even een siësta gaan houden. Terwijl we lagen te soezen brak de eerste tropische bui los van deze vakantie en mochten we gehoopt hebben dat na deze plensbui van wel een kwartier, het nu wat zou afkoelen, want het is hier zo’n 34 graden, dan hadden we mooi pech, want het voelde eerder nog warmer aan. Dus zitten we nu nog steeds zwetend heerlijk aan een koud watertje en Fred aan een ijskoude cola dit verhaal te schrijven en blijven we tot morgenochtend even in de relaxstand staan. Of zoals zij hier zeggen plan-plan (rustig aan).

Groetjes,

Fred & Nori

In de bergen van Loksado

Een lange reisdag vandaag, weliswaar pas om half 10 op pad, maar ruim vier uur rijden naar de eerste stop. Een heerlijke gado-gado met sateetjes stonden hier op ons te wachten, helaas geen Bintang erbij maar koud water….. Na de lunch een klein stukje gereden om daarna aan boord te gaan van een klotok, een hele lage dit keer, dus we moesten oppassen dat we ons hoofd niet stoten. De uitkomst was om gewoon maar te gaan liggen met de rugzak als hoofdkussen. We hadden de boot voor ons twee dus alle ruimte. Onderweg stapte er nog twee locals aan boord en hun bootjes dreven ook gezellig achter ons aan, dat snapte wij niet helemaal, want ze waren toch met de boot. Maar later zou duidelijk worden waarom zij mee gingen. Al varend door het moeras zagen wij in de verte de waterbuffels al grazen. Toen ons bootje ging aanleggen werd het duidelijk waarom de 2 jongens waren meegevaren. Wij moesten namelijk bij hen in de boot (een soort van smalle kano) stappen om dichterbij de waterbuffels te kunnen komen. Al varend door smalle openingen, waarbij je soms echt het idee had dat we tegen een bamboe hek aan zouden varen, piepte de boot er toch net weer door heen. Stilzitten was geboden want het bootje was zo smal en wiebelig dat we bij een onverhoedse beweging al snel om zouden liggen, gelukkig is dat niet gebeurd. We konden zo dicht bij de waterbuffels komen dat een aantal van hen ons nieuwsgierig aankeek met een blik van wat moeten jullie hier nou? Wij hebben in ieder geval mooie foto’s kunnen maken van de buffels met hun kalfjes die door het water gingen op zoek naar een lekker groen hapje. Na dit bekeken te hebben zijn we weer over gestapt in de grotere boot en weer terug gevaren naar de opstapplaats. Toen mochten we weer zo’n vier uur de auto in en om 19.00 uur lokale tijd zijn we aangekomen in Loksado bij het Mountain Meratus Resort. Een grappig huisje (nr. 4) werd ons toebedeeld, een mooie open badkamer, dus tijdens het douchen konden we naar de sterrenhemel kijken. Nadat we ons hadden opgefrist kwam Guntur ons halen om te gaan eten. Hij bracht ons naar een klein eethuisje, waar we heerlijk gebakken rijst met gebakken vis en groenten hebben gegeten. Ondertussen het programma voor morgen doorgesproken en te horen gekregen dat we om 7 uur ontbijten en om 8 uurvertrekken.

Dus wij zeggen welterusten en gaan gauw slapen!

Fred & Nori

Terug naar de bewoonde wereld

Na wederom gewekt te zijn door de zonsopgang hebben we ook daarna weer mogen genieten van een heerlijk ontbijt met uitzicht over het oerwoud. Om 11 uur kregen wij een “early lunch” terwijl we naar onze opstapplaats voeren. Wat zijn deze dagen snel gegaan en wat hebben we genoten van al het moois, maar vooral van die grappige oerang-oetans!

Voordat we zouden arriveren in Banjarmasin moesten we eerst twee vluchten met 1 tussenstop nemen. De eerste vlucht had een klein beetje vertraging wat een kortere wachttijd opleverde op de luchthaven van Palangkaraya, dat viel dus weer mee. In Sampit mochten we in het toestel blijven zitten dus zodra de overige passagiers aan boord waren konden we meteen weer door. Keurig op tijd zijn we in Bajarmasin geland waar we opgewacht werden door Guntur die onze gids voor de komende 6 dagen zal zijn. Nadat hij ons had afgeleverd bij het Victoria River View Hotel met de belofte dat hij ons de volgende ochtend om 5.30! zou komen halen hebben wij afscheid van hem genomen.

19 juli, nu eens niet gewekt door de eerste zonnestralen maar door het gejengel van behoorlijk wat van die minaretten waren we mooi op tijd wakker! Tjee wat gaan die Imams tekeer zeg en dat terwijl de zon nog niet eens op is…….. Maar goed voor nu niet erg, want we moesten er toch op tijd uit. Guntur kwam ons keurig op tijd halen en we moesten instappen in een klotok, zonder dak dit keer, die vlakbij ons hotel lag. Na een klein uurtje varen en al langzaam het leven langs de rivier zien ontwaken, kwamen we aan op de drijvende markt en oh, wat was dat een mooi schouwspel! Tientallen bootjes met voornamelijk vrouwen probeerden daar hun handeltje aan de man, sorry vrouw te brengen. Kruiden, groenten, waaronder de wateraardappel die ook nog eens naar aardappel schijnt te smaken en bootjes waarin de dames koffie of thee verkochten met een of ander zelf gebakken lekkernij zoals pandancake of roti pangsit of kwee lapis. Nou houd ik zelf niet van die laatste maar zo’n heerlijke roti pangsit gaat er altijd in onder het genot van een kopje koffie. Later kwam er zelfs een bootje met een vrouw die sarongs en ander textiel verkocht, dus wij zeiden gekscherend ah, daar hebben we de drijvende Wibra ook…… Zij was overigens de enige wie textiel verkocht. De gids vertelde ons dat er ook dames zijn die alleen voor een gezellig praatje naar de rivier komen. Het was een levendig schouwspel en geweldig om daar middenin te mogen dobberen. Nadat de dames richting de markt vertrokken om daar hun waren verder aan de man te brengen, zijn wij aan land gegaan en hebben een wandeling door het dorpje gemaakt. Kinderen kwamen direct aanrennen en wilden steeds de foto’s zien die werden gemaakt. Omdat we vanmorgen al heel vroeg hadden ontbeten, kregen we ook vandaag een vroege lunch, maar dit keer bij een familie thuis, dus al zittend op de grond en oh wat merk je dan dat je ouder wordt en niet meer zo soepel bent, in tegenstelling tot de gids en de bootsman die op hun gemak dubbel gevouwen op de grond zaten, hebben wij genoten van een heerlijke maaltijd met vers gevangen en gebakken vis, nasi putih, een of andere sajoer met komkommer en die wateraardappel met als toetje verse ananas. Hierna weer terug op de boot en werden wij bij de chauffeur die ons gisteren ook ophaalde bij het vliegveld afgeleverd om naar de diamantmijnen van Martapura te gaan. Wat moeten die mensen onder erbarmelijke omstandigheden werken! In de bloedhitte en dan maar graven en zeven op zoek naar zo’n kostbaar steentje…… Na hier even rond te hebben gekeken zijn we terug gegaan naar het hotel om ons even een beetje op te frissen. Na een uurtje kwam Guntur ons alweer ophalen om nog een kanalentoer te gaan doen. Dit was ook heel erg leuk om te zien. Kinderen sprongen steeds al joelend en zwaaiend in het water, wat ik in de eerste instantie wel eng vond want ze kwamen wel heel erg dicht bij de boot en ik was bang dat er eentje onder zou komen, maar Guntur verzekerde mij dat de bootsman goed oplette en dat de kinderen het gewend waren en wisten tot hoe ver ze bij de boot in de buurt konden komen. Onderweg werd er een hoop geroepen en gezwaaid, dat je je bijna de koning en de koningin ging voelen….. als je dacht dat er niemand stond hoorde je halloooo en ja hoor dan kwamen er weer een paar kinderen aanrennen, die maar bleven zwaaien. Daar waar het kon renden zij over de bruggetjes met de boot mee. Na deze tocht hadden wij wel honger gekregen en zijn we heerlijk saté gaan eten bij Saté Kijan, het werd geroosterd waar we bij stonden en ook hier natuurlijk weer geen alcohol (want we zijn nog steeds in moslim gebied) dus een vers geperst sapje erbij wat ook weer prima smaakte. Het zal wel weer wennen worden wanneer we thuis weer een wijntje kunnen drinken ?. Na dit alles de massage opgezocht en ons lijf even laten pijnigen, daarna moe maar voldaan weer naar het hotel. Lekker onder de douche en ons bed in. Morgen mogen we uitslapen want we worden pas om half 10 weer opgehaald.

Selamat malam,

Fred & Nori


Oerang-oetan mannen

Ook vanmorgen werden we weer gewekt door het zonnetje en het ontwaken van het oerwoud. Geweldig dat ochtendgloren, de zon werpt haar zachte gloed over de palmen die prachtig spiegelen in de rivier. Tijdens ons ontbijt voeren we weer richting een voederplaats. Super om te zien hoe de orang-oetans om beurten kwamen eten, waarbij er soms weer een ondeugende aap was die snel een paar bananen pikte en dan weer snel in de bomen klom. Op de terugweg konden wij ons geluk niet op! Vlakbij de boot bleek een mannetje zich toegang te hebben verschanst tot de bananenopslag en zat daar op zijn akkertje wat kilo bananen naar binnen te proppen. Wij zijn rustig in het gras gaan zitten in afwachting van zijn komst uit het schuurtje. Na een klein kwartiertje wachten was het zover….. en oh wat was ie groot!!! Blijkbaar helemaal verzadigd konden we op zo’n 3 meter afstand foto’s van deze big boy maken en hem rustig bewonderen. Hij had flink wat krassen op zijn grote kop en van de rangers hoorden wij dat hij ruzie had gehad met een van de andere mannetjes en dat hij behandeld moest gaan worden aan zijn verwondingen. Dat hebben wij niet meer meegemaakt, want wij moesten terug naar de boot, waar de lunch alweer op ons stond te wachten. Na de lunch en wat luieren hebben wij aangelegd bij weer een voederplaats, de laatste van onze boottrip alweer…….. Na een stuk te hebben gelopen, hoorde Fred een hoop geritsel en dus bleven we stilstaan om al speurend om ons heen te kijken…. En , ja hoor, daar zagen we hem, een mannetje die op zijn gemak met ons op gelijke hoogte meeliep. Blijkbaar was hij ook erg nieuwsgierig want op een gegeven moment hees hij zichzelf in een boom om ons eens onderzoekend aan te kijken. Dit alles gebeurde op zo’n twee meter afstand zodat ik met mijn mobiel ook mooie scherpe foto’s kon maken…..

Helemaal opgewonden zijn we toen verder gelopen naar de voederplaats. Onze dag kon niet meer stuk 2 mannetjes op 1 dag! En dat terwijl er in de beschrijving staat dat de mannen zich over het algemeen niet zo snel laten zien.

Terug op de boot weer heerlijk gevaren en een beetje om ons heen gekeken, om op een later moment te stoppen bij een boom die vol zat met neusapen. Zelfs baby neusaapjes zaten er in, die elkaar al krijsend en joelend achterna zaten. Super leuk om te zien. Toen het donker werd zagen wij in de boom duizenden vuurvliegjes, wat het gevoel van een wat te vroeg opgehangen kerstverlichting gaf. Ondertussen was ons kokkie alweer bezig met het bereiden van de avondmaaltijd. De lekkerste geuren dreven onze neusgaten in. Gelukkig hebben wij een gezonde eetlust ? dus ook nu hebben wij haar kookkunsten weer eer aangedaan. Terwijl wij aan het eten waren, werd ons bedje geprepareerd en konden wij zo rond 8 uur moe maar voldaan ons bedje inrollen.

Selamat Tidur!

Fred & Nori

Ons leven op een klotok


Gewekt door de zonsopgang om 5.30 uur. Lekker rustig aan gedaan en genoten van vers gebakken pancakes en een omeletje met van alles en nog wat er doorheen. Om half 8 zijn we vertrokken om nog verder de jungle in te varen om naar de volgende voederplaats te gaan, Pondok Tanggui. Toen we dichterbij de voederplaats kwamen zagen we de orang-oetans al in de bomen hangen, in afwachting van hun ontbijt. Ook hier werd er weer keurig door de dames op hun beurt gewacht. De mannen hebben zich niet laten zien.


Hier hebben we kunnen zien hoe hoog in de bomen de kleintjes werd geleerd hoe zij moesten klimmen. Keurig deden zij hun moeder na, terwijl moeders met een arm het kleintje in de nekvel vasthield. Na de wandeling door de jungle zijn we weer terug gelopen naar de boot waar weer de verfrissende doeken ons werden overhandigd. Tijd om te relaxen…. Terwijl wij aan het genieten waren van de lunch met tempeh goreng, sajoer lodeh, nasi putih en ikan pedis, voer de boot richting de volgende voederplaats, de grootste van heel Tanjung Puting, Camp Leakey. Na eerst in het informatiecentrum te hebben gekeken zijn we verder gewandeld naar de voederplaats, onderweg al de Gibbons in de bomen spottend. Bij de voederplaats zelf hing er slechts 1 orang-oetan in de bomen. Maar toen de ranger was geweest met zijn mand met bananen werden we getrakteerd op een mooie grote mannelijke oerang-oetan, die op zijn gemak kwam aangelopen, Wow wat was dat een prachtig gezicht zo’n enorme aap! De mannen leven doorgaans niet in de bomen om het simpele feit dat zij daar te zwaar voor zijn. Een beetje man is al gauw zo’n 90 kilo dus hij moet noodgedwongen op de grond leven. Alleen de jongere mannetjes leven in de bomen.

Terug op de boot was het weer relaxtijd terwijl we op zoek gingen naar een plekje voor de nacht. Nadat we dit hadden gevonden, konden we zien hoe hoog in de boom de Makake-aapjes zich verzamelden om zich klaar te maken voor de nacht. Je moet er toch niet aan denken dat zo’n aapje in zijn slaap uit die boom zo in de rivier tuimelt…..

’s Avonds hebben we weer genoten van het eten wat kokkie (nog een woord overgebleven uit de koloniale tijd) voor ons had klaargemaakt. Geweldig zoals zij kan koken!! Om half 9 lagen we weer met de aapjes op stok.

Welterusten,

Fred & Nori